TRANCE- AKTIE.
Rudy Klomp schreef aan Jan Cremer: 'Normaal huilen kinderen bij hun geboorte, maar toen wij geboren werden huilden onze moeders.' Als Kriegbeschadigte Kinder verbleven ze beiden in het kader van de WIedergutmachung te Clausthal/Zellerfeld (De Harz). Sterker nog, dezelfde kinderrechter beschikte over hun lot, maar zijn invloed in hun leven is niet te traceren. De moeders waren wel bepalend. Expliciet waar het Klomp betreft. Zijn door oorlogservaringen psychotisch geworden moeder vormt een wezenlijk onderdeel van zijn bestaan. Al vroeg leert hij leven in een aftastende eenheid met haar getraumatiseerde aanwezigheid en afwezigheid. Steeds keert in zijn jeugd de vraag terug wat hij van haar kan leren. Of anders gezegd, op welk moment is hij kind en wanneer is hij ouder? Waarheid wordt voor hem continu geproblematiseerd en niet te toetsen.
..... ik zoek het subjectieve zo objectief mogelijk .....
Toetsing als inzet ontstaat in zijn leven tijdens de verschillende samenlevingsgroepen. Eerst vanuit het directe praktische leven rond het midden van de jaren zestig. Maar vanaf 1967 tot 1978 wordt het een bewuste vorm met Diana de Vries, Geke Klappe en Betty Koelman. Vanaf 1987 ontstaat met Betty Koelman en Clasina Douma de groep l'Homme transcendent om in leven en kunst rekenschap af te leggen aan de hand van schilderijen, tentoonstellingen en publicaties. Een beginselverklaring wordt afgedrukt in het kunstblad BEELD, Amsterdam (1987). En niet te vergeten vanaf de vijftiger jaren wordt alles door Klomp beschreven in ontelbare brieven.
..... geest betekent eenheid een alles omvattende eenheid hoe abstract dan ook .....
Terwijl tijdens zijn academieperiode in Enschede (1971-1976) naast het toen heersende relativeren de postmoderne ironie steeds meer om zich heen gaat grijpen, blijft Klomp zichzelf trouw en gericht op onderzoek naar het gebied van de inspiratie. Hoewel hij absoluut geen dromer is te noemen maar eerder een praktisch realist, blijkt het bewustzijn een levenslange fascinatie. Vanaf zijn jeugd overvallen hem van tijd tot tijd mediamieke ervaringen. In de familie van moederskant geen ongewoon verschijnsel. Grootmoeder voorspelde gevallen van overlijden en grootvader verhaalde nog jaren later over seances. Gerard Croiset, helderziende met wereldfaam, was geen onbekende voor Klomp's grootouders. Waren deze ervaringen aanleiding tot het innige contact wat de grootmoeder al voor de oorlog opbouwde met dominee Leen Overduin? In de oorlog was hij een frequent bezoeker tijdens de hachelijke periode van verzet samen met zijn zussen Corrie en Maartje. De Groep Overduin redde 1000-1200 joden. Ook ondersteunde hij als een van de weinigen na de oorlog de toen 'van huis en haard verdrevenen'. Deze verzoenende instelling werd Overduin niet in dank afgenomen. 'Die man is gek geworden', luidde de analyse met betrekking tot een van Nederlands grootste verzetsmensen. Meerdere keren verbleef Rudy Klomp met zijn moeder bij Overduin thuis die ook het voogdijschap op zich nam. Zijn kalme en structurerende inwerking op Klomp's leven tot zijn vijftiende jaar kan nauwelijks overschat worden.
..... wat is bewustzijn niemand weet het ook niet wat energie is .....
Het weinige werk wat rest uit de periode voor de academie - het raakt verloren bij kunstuitleen of vernietigd door waterschade of door derden - geeft ons inzicht wat betreft het experimentele gehalte van zijn belangstelling. Ruim van formaat worden de schilderijen (door geldgebrek aanvankelijk op papierlinnen of triplex) bewerkt met alles wat de expressie kan verhogen. Zand, houtkrullen, schoensmeer, fietslak, tandpasta, verf direct uit de tube als een sliert opgebracht, spijkers, schroeven, spietjes, gereedschap, knikkers, wasknijpers, punaises, tabletten, mesjes, centen,papiergeld, veren, schuurpapier, touw, schelpen, stenen en zelfs een lege verftube op een kartonnetje; alles wordt benut.
..... het proces stapelt zich op .....
Tijdens de academie jaren wordt thuis gewerkt op klein formaat. De directe omgeving dient tot onderwerp. Portretten ontstaan: Diana, Geke, Betty, Zelfportret, Stervende opa. Leraren als Lucassen, Freymuth, Holstein komen hem bezoeken en in de laatste jaren verschuift langzaam de aandacht van de groep naar de kunst. Zo geeft o.m. het schilderij 'Dibbets kijken' (1976) blijk van een zich toenemend verhouden tot de opvattingen van de hem omringende kunstenaars. Dat breidt zich uit naar de kunstgeschiedenis waarbij het eigen standpunt een dialoog zoekt met andere zienswijzen. Niet zozeer kunsttheoretische maar om een synthese met het paranormale te bewerkstelligen. Cruciaal is in deze periode het schilderij 'Abstract Naief Kijken of Veertien dagen Amsterdam' uit februari 1975. Wij zien een persoon op de rug die abstracte gegevens tot eenheid kijkt in een ruimte waar hij gelijktijdig onderdeel van is.
..... het absolute danst in het relatieve abstract .....
De toon is gezet! Meerdere wetmatigheden zijn vanaf dit moment aan te wijzen waar het eerder meer te voelen was binnen een strenge behandeling van bijvoorbeeld vorm en contravorm. Helderheid ontstaat ook door schilderijen als 'Pararealisme' (1976), 'Val van Mondriaan' (1977) en 'De Kus' (1977). 'Pararealisme' bakent op voorbeeldige wijze het terrein van onderzoek af: realisme in een abstracte gedachte. In 'Val van Mondriaan' wordt als het ware de Zuivere Harmonie beentje gelicht. De conclusie luidt dat Mondriaan's denken te meedogenloos is. Het schilderij 'De Kus' is op verzoening gericht. Abstractie en realisme vormen een verliefd samengaan en daarin een synthese.
..... wel te onderscheiden maar niet te scheiden eenheid .....
Vervolgens ontstaan werken als 'De Ruimtevaarder' (1979), 'De Aarde is een man' (1979) en 'Ruimtebloem van Pandora' (1980) die een andere periode inleiden. Al vroeg heeft Klomp o.a. Heijboer en Wolvecamp opgezocht. Vaak resulteren dit soort contacten die altijd intens zijn , in schilderijen zoals 'Portret van Wolvecamp' (1978). De diversiteit van Klomp's werk wordt door collega-kunstenaars als problematisch gezien. Keer op keer wordt hem voorgehouden dat een keuze onvermijdelijk is. Bovendien maakt zijn beroep op de inspiratie Klomp niet populair en zijn groeiend inzicht ondervindt weinig waardering. Tijdens een gesprek over Picabia met Wolvecamp en Lucassen in 1977 te Hengelo wijst hij nadrukkelijk op diens latere schilderijen met louter punten: "Kijk, die zijn net zo extreem als het werk van Mondriaan. Die punten zijn als een absolute tegenpool op te vatten. Plat gezegd vormen Mondriaan en Picabia de kop en kont in de kunst."
Ondanks aanvankelijke toezegging les te mogen geven aan de academie sluiten de gelederen der docenten zich en wordt hij geweerd. In het verleden als bokser gewend de ring te betreden, schuwt Klomp het gevecht niet en gaat discussies scherpzinnig maar ook humorvol aan. Het wordt hem duidelijk dat kunstenaars die zich verhouden tot de kunstgeschiedenis veelal naar vondsten streven die in het teken staan van vakmanschap is meesterschap. Klomp boeit daarentegen het verzinnelijken van een gevoelde of in de praktijk ervaren inhoud. Verzinnelijken betekent letterlijk: in beeld voorstellen zodat het met de zinnen kan worden waargenomen. De bronnen van deze 'beelden' kennen een buitenartistieke achtergrond.
..... het onvoorstelbare laat het voorstelbare toe en daarmee de waarneming .....
Deze benaderingswijze brengt Klomp tot uitdrukking in het schilderij 'Concrete Abstractie of Pararealistische Compositie 1960-1980'. Een voorstelling die zowel het proces tussen de polen 'Leven rood' en 'Leven wit' als een totaal geestelijk gebeuren omvat. Later gebruikt hij termen als middellijn en omtrek waarin de twee wetmatigheden doorklinken. Voor hem houdt het paranormale in dat er niet alleen rekening wordt gehouden met heden - verleden maar evenzeer met toekomstige gebeurtenissen. Hij beschrijft dit zelf als een democratisch omgaan met tijd. Verwijzingen naar de quantummechanica - nieuwe natuurkunde - worden gehanteerd. Waar Klomp van kinds af aan psychische tegenstellingen tot eenheid tracht te brengen, gaat het in zijn kunst om Geest - Psychische abstractie - Zuivere energie. Geest functioneert in deze opvatting als allesomvattend en tegelijkertijd als verbinding tussen de twee anderen.
..... leven en kunst zijn een .....
Rond 1980 ontstaat wereldwijd binnen de schilderkunst een nieuwe generatie 'wilde schilders' genaamd. Klomp's bijdrage aan deze periode wordt beschreven door Hans Sizoo en gepubliceerd in FLASH ART en TRANSAVANTGARDE International onder redactie van Achille Bonito Oliva (1982). Het schilderij 'Pararealistische Compositie of Art Brut uit Cosmos of Hommage aan Croiset' (1980) sluit aan bij wat een andere fascinatie voor hem zal blijken te zijn: Art Brut. Omschreven als de polen Art en Brut binnen zijn werk, betoogt hij op vele fronten en in tal van brieven dat het begrip Art Brut een nieuwe benadering vereist. Door een mentaliteitsverandering te bewerkstelligen is hij er op uit de kloof tussen geschoolde en ongeschoolde kunstenaars te dichten of in zijn eigen bewoordingen: "Ik creeer ruimte tussen de academische kunst en Art Brut."
Het begrip Art Brut hoort niet langer in de marge van de kunst, waar het als patientenkunst werd weggezet door het moderne denken. In het postmoderne denken dat geen grenzen stelt, geen centrum kent en alles tot bijgeloof reduceert, wordt Art Brut door Klomp verheven tot geuzennaam en van een nieuwe betekenis voorzien. Namelijk die van het creatieve moment.
..... ik heb geen doel maar voel een richting .....
In de ruim dertig jaar van zijn kunstenaarsbestaan kregen zijn opvattingen gestalte door middel van schilderijen, tekeningen, pastels, collages, assemblages, beelden en vloerbeelden. De gelaagdheid - altijd aanwezig in het werk - duidt op meerdere wetmatigheden. Platheid, diepte, ruimteverschuivingen, doorkruisingen; het dient om mogelijkheden op te roepen in plaats van zekerheden voor te schotelen. Punten, letters, of andersoortige elementen geven een denkbeeldige driehoek weer die rust brengt in een dreigende chaos. De basis kleuren rood, geel, blauw en de componenten oranje, groen, paars. Daarnaast aardkleuren en verder alle rotzooi ....... Humoristische ontmoetingen zijn mogelijk binnen het geheel.
..... kans vraagt om inzet vooraf .....
Resumerend stellen we opnieuw de vraag van het bewustzijn aan de orde.
Hoe kan het benaderd worden?
Waar Klomp zich eerder moest vinden in omschrijvingen als 'genetische manipulatie van het bewustzijn' maakt hij tegenwoordig dankbaar gebruik van het begrip MEMEN door Richard Dawkins in 'The Selfish Gene' (1975) voor het eerst beschreven. Memen zijn denkstructuren die voor overdracht zorgen net als genen. Memen werken echter sneller en appelleren aan een verpringende logica. Bij voorkeur verwijst Klomp naar het Canadese psycho-kinetische experiment: 'Conjuring up Philip' (1975) door de parapsychologen Owen, Owen en Whitton, waarbij een groep mensen een van tevoren bedachte persoon creeerden. Herhaling van dit experiment binnen Klomp's eigen groep l'Homme transcendent toont aan dat het (door hen vrijgelaten) veld zich ook creatief gaat manifesteren. Deze ingreep heeft consequenties voor het surrealistische denken in de kunst.
Toeval wordt veranderd in kans.
C.Douma. Juni 2003
Monografie Rudy Klomp LIEVDE IZ UN BEDRIJCHDE ZOORD
Teksten:
Artistieke herinneringen De historie zal het uitmaken Jan Cremer
Trance-aktie Clasina Douma
Vertaling in het Twents : Goaitsen van der Vliet
December 2003
Uitgave FLEVODRUK Harderwijk
RUDY KLOMP - KUNSTHISTORISCH BESCHOUWD
door DRS. ESNAMI - tru - EG.
Toen zo ongeveer 10 jaar geleden de 'Jonge Wilde' schilders in Europa en ook in Nederland doorbraken, was één van de namen die landelijk en zelfs internationale bekendheid kreeg, die van Rudy Klomp. In een artikel in het gezaghebbende tijdschrift Flash Art, inventariseerde Hans Sizoo wat er zoal in Nederland op het gebied van schilderkunst aan de hand was, en het werk van Klomp kwam erbij ter sprake. Zoals wel vaker het geval is bij dat soort inventarisaties, blijkt het later om een zeer heterogene groep mensen te gaan, waarbij de verschillen eigenlijk groter zijn dan de overeenkomsten.
In het geval van Rudy klomp was dat al heel snel duidelijk: Het mag dan zo zijn dat een oppervlakkige beschouwing van zijn werken een zekere affiniteit met het toen furore-makende Wilde schilderen wel rechtvaardigde - een ingehouden, maar toch wat weerbarstige toets kenmerkt zijn schilderijen uit die periode - maar daarbij werd dan voorbijgegaan aan de inhoud van zijn werken.
Inderdaad waren veel van de 'Jonge Wilden' zowel jong als wild - de invloed van de punkbeweging had zijn sporen ook in de schilderkunst nagelaten - en velen van hen waren ook schilderdieren pur sang, die ook niet meer pretendeerden dan dat.
Dit in tegenstelling tot Rudy Klomp en enkele anderen die in hun schilderijen vooral innerlijke processen tot uitdrukking wilden brengen. Gesteund door de ervaringen, uitspraken en werken van illustere voorgangers op dit gebied, zoals Mondriaan, Kandinsky, Malevich en Newman, werd voor Rudy Klomp het doel zijn spirituele ervaringen op het doek over te brengen. Daar is veel moed voor nodig want dit soort van ervaringen zijn voor buitenstaanders doorgaans niet zo toegankelijk. En onbegrip is dan al gauw het gevolg.
Het heeft ook alles te maken met de tijd waarin wij leven, waarin voor spirituele ervaringen over het algemeen geen tijd en aandacht meer is. Men holt maar door en neemt geen gelegenheid meer om 'eens even stil te staan'. Dat er echter een grote behoefte bestaat aan enige inhoudelijke diepgang in de kunst, bleek een aantal jaren geleden, toen de tentoonstelling "The Spiritual in Art" te zien was in het Haagse Gemeentemuseum, ondanks de weinig geïnspireerde Amerikaanse aanpak toch een publiekstrekker eerste klas.
Rudy Klomp is daarbij nog gezegend met mediamieke gaven, een voor hem rijke bron, maar tegelijkertijd ook weer zo privé, als we dat zo mogen zeggen, dat ook die ervaringen 'jan publiek' eerder afschrikken dan aanmoedigen. In vele geschriften en manifesten heeft Klomp geprobeerd zijn gedachten uiteen te zetten, waarbij hij het formuleren meestal aan anderen overlaat, want hij is niet voor niets een schilder en geen woordkunstenaar.
Dus ook daardoor worden de toeschouwers niet echt aangemoedigd. Nee, hier is studie en aandacht voor het werk zelf een eerste vereiste. Het moet echter gezegd, dat sommige objecten van Klomp de beschouwer een handje helpen: We zouden zelfs misschien mogen opmerken dat Klomp zijn streven wat relativeert. Het gebruik van heiligenbeeldjes en het plaatsen daarvan in een geheel andere context, namelijk Klomps eigen universum, komt hier en daar bepaald humoristisch over.
Toch verdienen ook deze werken een daad van 'kunstbeschouwing', zoals dat vroeger heette. Dat vergt tijd en die tijd moeten we er voor nemen: We zijn dat aan de kunstenaar verplicht. Het is best mogelijk dat wij dan nog niet de diepe betekenis van alle werken kunnen vatten, maar dat hoeft ook niet. Smaken verschillen nu eenmaal en dat maakt discussie weer mogelijk. Belangrijk is dat wij daarbij respect tonen voor de intenties van de kunstenaar. Wanneer wij daarvan uitgaan zal het werk van Rudy Klomp een bijzondere ervaring kunnen opleveren. Ik dank U.
Uitgesproken op 21 April 1991 bij de tentoonstelling l' Homme transcendent.
Galerie Dédé Grützmacher Enschede.